Mediatheek
Auteur | Eline den Tuinder, Katrijn Opstoel, Kyle van den Langenberg, Helma Oolbekkink-Marchand |
---|---|
Jaargang | 44 (2023) |
Nummer | 4 |
Om als startende leraar goed te kunnen ontwikkelen binnen het beroep, is de eerste periode van groot belang. Dit wordt ook wel aangeduid als ‘inductie’. Deze eerste periode is cruciaal voor starters om in te groeien in de school en zich professioneel verder te ontwikkelen. Onderzoek laat ook zien dat ondersteuning in deze periode kan bijdragen aan het behouden van starters voor het leraarsberoep. In dit onderzoek zijn inductietrajecten van 15 voortgezet onderwijsscholen (regio Gelderland) in kaart gebracht, vanuit ervaringen van stakeholders (collega’s die bij inductie betrokken zijn) én starters. Op elke school zijn met beide groepen groepsinterviews gehouden aan de hand van de Startwijzer VO, waarin zes verschillende essentiële elementen voor een inductietraject aan de orde komen. Op basis van de groepsinterviews is per school een rapportage geschreven waarmee door middel van een crosscase analyse per inductie element naar overkoepelende thema’s is gezocht. Hieruit kwam onder andere naar voren dat er op alle scholen aandacht is voor ‘de start’ van de starter die aan het begin van het schooljaar start, maar dat er op veel scholen minder aandacht is wanneer starters gedurende het schooljaar starten. Verder komt naar voren dat er spanningen zijn tussen de ideale situatie en werkelijkheid, bijvoorbeeld als het gaat om een mentorklas in het eerste jaar of de ruimte voor professionele ontwikkeling. Op basis van deze en verdere resultaten worden implicaties gegeven voor de praktijk.